Als je veegt, dan veeg je

Hutje in het klooster in Sri Lanka

Vanaf de eerste dag in het klooster viel het niet te missen: het karakteristieke sjik-sjik-sjik van handgemaakte bezems over de paadjes. Met moeite zette ik mezelf er twee keer per dag toe om de gevallen blaadjes voor mijn hutje weg te vegen, wetende dat er enkele uren later weer nieuwe zouden liggen. “Wat heeft dit nou voor zin?” dacht ik vaak. “Ben ik echt naar Sri Lanka gekomen om blaadjes te vegen?” Het onverwachte antwoord op die vraag bleek één van de belangrijkste lessen van mijn kloosterverblijf.

Misschien herken je het wel — dat gevoel dat je iets doet terwijl je eigenlijk ergens anders wilt zijn. Laten we om te beginnen eens kijken naar het omgekeerde. Probeer je eens een moment voor de geest te halen waarin je helemaal tevreden was. Ga terug naar dat moment, wat ben je aan het doen?

Misschien ben je wel aan het zingen of muziek aan het maken, aan het dansen, aan het kijken naar je slapende kind, of aan het wandelen in de natuur. Als je reflecteert op zulke momenten hebben ze allemaal iets gemeenschappelijks: je bent niet bezig met hoe het was in het verleden, of met plannen voor de toekomst. Je bent hier, nu, aanwezig. Simpelweg aan het doen wat je aan het doen bent.

Op andere momenten is er vaak een sluimerend gevoel van ontevredenheid. Het kan klein zijn, zoals mijn irritatie bij het vegen, of groot, zoals het verlangen naar een andere baan of relatie. In boeddhistische termen heet deze ontevredenheid Dukkha. Het herkennen, erkennen en je anders leren verhouden tot Dukkha is misschien wel de essentie van het Boeddhistische pad. 

Deze boodschap doet het niet zo goed bij ons in het Westen. We zijn immers opgevoed om altijd weer nieuwe dingen te willen, om constant weer volgende doelen te bedenken en te behalen. Ontevredenheid is de motor van onze individualistische, kapitalistische samenleving die gebaseerd is op consumptie. Op een eindeloze weg van persoonlijke en economische groei. In het Boeddhisme wordt dit gevisualiseerd als een rad. Dit rad noemen we het rad van Saṃsāra. Denk maar aan een hamster in een hamsterwiel. In dit rad blijven we eindeloos rondrennen in ontevredenheid.

Al van jongs af aan leren we via onze cultuur,  films, reclames en sociale media hoe nieuwe dingen, een verandering van je situatie, ons gelukkig zal maken. En hoe vaak we ook ervaren dat een doel bereiken geen blijvend geluk oplevert, toch gaan we altijd weer op zoek naar die nieuwe aankoop, een volgende vakantie, een betere baan. 

Maar als het moment dan daar is en we het bereikt hebben, verschijnt al snel weer dat kleine vonkje van ontevredenheid. Dit vonkje groeit binnen de kortste keren uit tot een hongerig vuur van begeerte, in het Boeddhisme ook wel Taṇhā genoemd.  Dit vuur drijft ons naar de volgende zoektocht, een volgend dwaalspoor. Zo blijven we rondrennen in het hamsterwiel van Saṃsāra.

Een afbeelding van het rad van Saṃsāra.
Een afbeelding van het rad van Saṃsāra uit de Tibetaanse traditie.

Dit ervaarde ik ook in het klooster. In plaats van rust en kalmte was er vooral ontevredenheid. Ik was ontevreden over het lawaai van de bouwwerkzaamheden die mijn meditaties verstoorde, ontevreden over de kleren die ik had meegenomen, ontevreden over de instructies van de monniken, ontevreden over het hutje waar ik in sliep, ontevreden over mijn rumoerige geest die me maar niet met rust wilde laten. Ik had lang gedroomd van deze reis, deze plek, en nu ik er was, overheerste vooral een gevoel van frustratie en ontevredenheid.

In het gedeelte waar ik met de andere gasten verbleef zag ik iedere dag een wat norse uitziende monnik het pad vegen. Hij deed dit iedere dag met volle toewijding en overgave. Ik verbaasde me over de energie die hij iedere keer opnieuw in het vegen leek te leggen, vooral omdat hij duidelijk al wat op leeftijd was. Ik vond hem eerlijk gezegd een beetje vreemd, maar omdat we elkaar dagelijks tegenkwamen groette ik hem beleefd. Van een echt gesprek kwam het niet.

Op een dag, tegen het einde van mijn verblijf, groette ik hem zoals gebruikelijk, maar nu zei hij plotseling: “Heb je misschien morgen tijd voor een gesprek? Ik wil je iets vertellen? “ Een dag later kwam hij na het vegen naar mijn miniscule hutje, waar hij plaats nam op de eenvoudige plastic stoel, de enige zitplek die ik hem kon bieden. Het leek hem niet te deren.

Wat volgde was een wonderlijk gesprek. Hij bleek een Amerikaan op leeftijd die al sinds de jaren ‘70 in Azië woonde als monnik. Hij deed zijn levensverhaal uit de doeken en vertelde openlijk over alle lastige zaken die hij in zijn proces was tegengekomen.

Na een tijdje draaide plotseling het gesprek naar mij: “Ik zie jou wel kijken iedere dag, naar hoe ik aan het vegen ben. Waarom denk je dat ik dat doe?” Ik was niet voorbereid op deze vraag en wist niet goed wat te antwoorden. “Ik denk  om te zorgen dat alles netjes is?” – opperde ik voorzichtig. Hij moest lachen en zei: 

“Bijna, maar niet helemaal. Het is eenvoudiger: als je veegt, dan veeg je.” 

Hij zag dat ik het niet begreep en ging verder.

“Net zoals wanneer je eet, dan eet je. En wat doe je als je klaar bent met eten? Dan loop je naar de wasruimte. Als je in de wasruimte bent, was je je bord af.” 

Hij liet een stilte vallen. Mijn lichaam ontspande zich, ik hoorde de geluiden van de jungle om me heen, voelde de lome warmte van de middag, de vriendelijkheid van zijn zachte glimlach. Langzaam lande zijn wijze les in mijn lichaam, in mijn hart: als je veegt, dan veeg je.

In het klooster in Sri Lanka
Een strak aangeveegd pad naast een hutje dat uitgehakt is in een rots. Links in beeld ook de bezems.

Sinds dat moment werd vegen één van mijn favoriete activiteiten, en tot op de dag van vandaag denk ik nog altijd terug aan dit gesprek. Bevrijding, geluk, tevredenheid, het zit niet in de activiteit die je doet, in wat je hebt of bent, maar in je eigen kwaliteit van zijn op dit moment, de houding waarmee je doet wat je nu doet. Als je veegt, dan veeg je.

Ontevredenheid komt vanzelf op, daar kun je zeker van zijn, maar de manier waarop je hiermee omgaat, dáár heb je een keuze. Kun je het opmerken met een glimlach, en terugkeren naar wat je in het hier en nu te doen hebt? Dit is de handreiking van de Boeddha, de toegangspoort naar een lichter leven.. Een leven waarin je de dingen verwelkomt zoals ze zijn.

Eenmaal terug uit Sri Lanka kwam ik in een tijdschrift een verhaaltje uit de Zen-traditie tegen. Ik had dit verhaaltje al vaak gehoord, maar tot dan toe nooit begrepen. Terwijl ik het las moest ik met veel dankbaarheid en een grote glimlach terugdenken aan het gesprek met de vegende monnik: 

Een leerling komt bij het klooster.

Leerling: “Meester, wat moet ik doen om verlichting te bereiken?”

Meester: “Heb je je rijst al gegeten?”

Leerling: “Ja.”

Meester: “Was dan je kom af.”

Soms begint een ander leven heel gewoon, met een bezem in je hand. Als je veegt, dan veeg je.

Veeg je mee?

Meer lezen over mijn tijd in het klooster? In dit artikel ga ik dieper in op het meditatieproces. Wil je reageren op dit artikel? Laat hier onder een reactie achter, of neem stuur mij een persoonlijke reactie via de contact pagina.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *